Accreditatiereglement nascholing NVMM voor arts-microbioloog (feb 2025)
In het accreditatiereglement vindt u informatie t.a.v. de toekenning van nascholingspunten aan nascholingsactiviteiten. Een aantal nascholingen zijn al vooraf geaccrediteerd; deze nascholingen kunt u terugvinden in de “lijst met automatisch toegekende accreditaties”. De lijst met toegekende punten voor individueel aangevraagde nascholingen vindt u hier.
Basiseisen met betrekking tot nascholing
Over een periode van 5 jaar dienen 200 nascholingspunten te worden verzameld. Deze nascholingspunten kunnen worden bijgehouden in het persoonlijke GAIA Dossier. Het is niet verplicht gebruik te maken van GAIA voor het bijhouden van de nascholingspunten; als u geen gebruik maakt van GAIA is het wel van belang dat u zorgt voor certificaten van alle gevolgde nascholing. De arts is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de punten in het persoonlijke GAIA dossier.
Bij de herregistratie zal het volledige dossier door de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) worden beoordeeld. De herregistratie voor uw vak is een zaak tussen het RGS en de individuele specialist. Hier heeft de Commissie Nascholing of de NVMM geen rol anders dat het accrediteren van nascholingsactiviteiten. Een specialist moet bij het RGS aantonen voldoende nascholing te hebben gevolgd om het vak weer voor een periode van 5 jaar te mogen uitoefenen. Zie hier voor meer informatie.
De NVMM volgt de richtlijnen van het Accreditatie Overleg (AO) voor de toekenning van punten aan de verschillende nascholingsactiviteiten. Bij discrepanties is de richtlijn van de NVMM leidend. Bij discussie over al dan niet toekenning van punten voor een activiteit beslist de Commissie Nascholing van de NVMM. De Commissie Nascholing accrediteert in principe alleen nascholingsactiviteiten welke toegankelijk zijn voor alle NVMM leden. Een uitzondering hierop betreft de colloquiareeksen.
De Commissie Nascholing heeft alleen inzage voor een nascholingsactiviteit aanvraag; de commissie heeft geen inzage in het gehele GAIA dossier van een arts-microbioloog.
Toekenning van punten
Vooraf geaccrediteerde nascholing NVMM binnenland
Activiteiten die vooraf door de NVMM zijn geaccrediteerd worden door de organisator in uw GAIA dossier toegevoegd als u uw BIG nummer heeft doorgegeven en getekend heeft voor aanwezigheid. U hoeft hiervoor niets te doen en u krijgt automatisch bericht. Deze punten komen in uw GAIA dossier onder “Geaccrediteerde nascholing en overige deskundigheidsbevordering op het vakgebied van het eigen specialisme (meestal medisch inhoudelijk)”.
Vooraf geaccrediteerde nascholing NVMM buitenland
Buitenlandse nascholing die is geaccrediteerd door de NVMM moet u zelf toevoegen aan uw GAIA dossier. Deze punten komen in uw GAIA dossier onder “Geaccrediteerde nascholing en overige deskundigheidsbevordering op het vakgebied van het eigen specialisme (meestal medisch inhoudelijk)”. Zie de “Handleiding aanvragen niet vooraf geaccrediteerde nascholing in GAIA” voor het zelf toevoegen van de punten van buitenlandse nascholing die door de NVMM is geaccrediteerd.
Let op! Voor de workshops die vooraf of aansluitend aan grotere congressen worden gegeven kunnen alleen punten worden toegekend als daar een apart bewijs van aanwezigheid voor is, hiervoor is een algemeen certificaat van het gehele congres onvoldoende.
Vooraf geaccrediteerde nascholing ABAN
ABAN staat voor Accreditatie Bureau Algemene Nascholing. Het ABAN is het centraal loket voor accreditatie van algemene nascholing; dit geldt voor algemene, niet-vakinhoudelijke nascholing. Accreditaties van het ABAN zijn geldig voor alle BIG-erkende specialismen. Deze punten worden door de organisator in uw GAIA dossier toegevoegd als u uw BIG nummer heeft doorgegeven en getekend heeft voor aanwezigheid. Hiervoor hoeft u niets te doen, u krijgt automatisch bericht. Deze punten komen in uw GAIA dossier onder “Geaccrediteerde algemene nascholing”.
Indien een algemene nascholing niet geaccrediteerd is door de ABAN (bij voorbeeld managementcursus of MBA masteropleiding), maar wel van belang is in het kader van het beroepsprofiel van een arts-microbioloog, dan kan de betreffende nascholingsactiviteit ter beoordeling worden aangeboden de beoordelaar van de NVMM (nascholingscommissie). Indien de nascholing goed wordt gekeurd, dan worden de accreditatie punten alsnog toegevoegd aan uw GAIA dossier onder “Geaccrediteerde algemene nascholing”.
Vooraf niet-geaccrediteerde vakinhoudelijke nascholing binnen- en buitenland
Hiervoor geldt dat u deze zelf moet toevoegen aan uw GAIA dossier (zie hiervoor de “Handleiding aanvragen niet vooraf geaccrediteerde nascholing in GAIA”). U dient het actuele programma en een geldig certificaat toevoegen. Als geldig certificaat geldt het uitgereikte certificaat van aanwezigheid of een kopie van uw badge. De nascholing wordt daarna aangeboden aan de beoordelaar van de NVMM (Commissie Nascholing). Na goedkeuring door de beoordelaar komen de punten automatisch in uw GAIA-dossier. Deze punten komen in uw GAIA dossier onder “Geaccrediteerde nascholing en overige deskundigheidsbevordering op het vakgebied van het eigen specialisme (meestal medisch inhoudelijk).
Let op! Veel grote buitenlandse congressen geven ook aparte workshops, deze kunt u apart indienen en leveren zo extra punten op. Echter, de punten kunnen alleen worden toegekend als daar een apart bewijs van aanwezigheid voor is, hiervoor is een algemeen certificaat van het gehele congres onvoldoende.
Vooraf niet-geaccrediteerde niet-vakinhoudelijke nascholing binnen- en buitenland
Dit betreft nascholingen buiten het eigen specialisme. Dit geldt voor binnenlandse nascholing die is geregistreerd voor een ander BIG geregistreerd specialisme, deze nascholing zal door de aanbieder van de nascholing aan het GAIA dossier worden toegevoegd. Deze punten komen in uw GAIA dossier onder “Geaccrediteerde nascholing op het vakgebied van een ander specialisme”.
Niet vakinhoudelijk nascholing die gevolgd is in het buitenland kan ter beoordeling worden aangeboden aan de Commissie Nascholing via GAIA. Indien deze wordt
goedgekeurd, worden hiervoor niet-vakinhoudelijk accreditatiepunten toegekend.
Indien een nascholing zowel vakinhoudelijke als niet vakinhoudelijke inhoud bevat, dan wordt afhankelijk van het programma en de hoeveelheid medisch microbiologische inhoud besloten of er vakinhoudelijk of niet-vakinhoudelijke accreditatie punten worden toegekend (een nascholing kan slechts voor één van beide in aanmerking komen).
Automatisch geaccrediteerde nascholing
Op de website staat een lijst met automatisch geaccrediteerde nascholing. Dit is binnen- en buitenlandse nascholing die regelmatig wordt aangeboden en die van een zodanig niveau is dat u er altijd vanuit mag gaan dat u daarvoor punten toegekend zult krijgen, voor de hele lijst zie de lijst met automatisch toegekende accreditaties. Het toevoegen aan uw GAIA dossier van de binnenlandse congressen op deze lijst zal via de organisator gaan (zie Vooraf geaccrediteerde nascholing NVMM binnenland). Voor de buitenlandse congressen op deze lijst geldt wel dat u deze zelf moet toevoegen aan uw GAIA dossier (zie Vooraf niet geaccrediteerde vak-inhoudelijke nascholing binnen- en buitenland). Zie voor de “Handleiding aanvragen niet automatisch geaccrediteerde nascholing in GAIA” voor het zelf toevoegen van de punten van buitenlandse nascholing die door de NVMM is geaccrediteerd.
Overige individuele deskundigheidsbevordering
Deze punten komen in uw GAIA dossier onder: Geaccrediteerde nascholing en overige deskundigheidsbevordering op het vakgebied van het eigen specialisme (meestal medisch inhoudelijk). Hieronder vallen auteurschap, refereerbijeenkomsten, posters en presentaties (zie hieronder).
Auteurschap
Dit geldt voor: auteur van een publicatie in een tijdschrift, deelname aan een richtlijncommissie, eigen promotie, houden van een voordracht, posterpresentatie,
refereerbijeenkomsten (geen patiëntenbespreking). Een bewijs dient te worden geupload.
Refereerbijeenkomsten
Voor refereerbijeenkomsten is het verstandig om bij elke refereerbijeenkomst de deelnemers te laten tekenen voor aanwezigheid en de deelnemers een certificaat te overhandigen waarop de door hen gevolgde refereerbijeenkomsten staan vermeld. Accreditatie voor refereerbijeenkomsten waarvoor afzonderlijke uitnodigingen en aanwezigheidscertificaten worden gegeven kunnen per bijeenkomst aangevraagd worden.
Voor colloquiareeksen (dat wil zeggen refereerbijeenkomsten van beperkte duur van 1 à 2 uur van bijvoorbeeld de eigen vakgroep, die niet afzonderlijk worden aangeboden maar op een vast tijdstip wekelijks of tweewekelijks plaatsvinden) kan een maximum van 10 punten per jaar worden verkregen. Registratie van aanwezigheid en archivering van presentielijsten (naam, BIG-nummer en handtekening) is de verantwoordelijkheid van de afdeling/vakgroep die de refereersessies organiseert. Deze is ook gerechtigd aan het eind van het jaar een certificaat uit te reiken aan de deelnemers. Met dit certificaat kunnen de deelnemers hun
contacturen aan het persoonlijk dossier in GAIA toevoegen.
Posters en presentaties
Bij posters worden alleen punten toegekend aan de “presenting author” van de poster. Als dezelfde arts tijdens een bijeenkomst meerdere voordrachten en of posterpresentaties geeft, kunnen hiervoor in totaal toch niet meer dan 3 accreditatie-uren worden behaald (ook niet als de bijeenkomst zich over meerdere dagen uitstrekt). Bij het aanbieden van de poster in het dossier dient een bewijs van deelname aan het betreffende congres, een PDF van de poster en één kopie van (de abstract/pagina in) het abstract-boek worden bijgevoegd. Bij het aanbieden van een voordracht dient een elektronische scan van het programma van de
nascholing te worden toegevoegd, waaruit blijkt waar (locatie) en wanneer (datum) de voordracht gehouden is. Anders kan geen honorering plaatsvinden. Voordrachten en posters worden uitsluitend geaccrediteerd als deze worden gehouden tijdens een bijeenkomst die is geaccrediteerd door de wetenschappelijke vereniging van geneeskundig specialisten of KNMG-profielartsen met een registratie bij RGS. Voor eenzelfde (of inhoudelijk vergelijkbare) voordracht of poster kan slechts eenmaal punten worden verkregen. Er worden geen accreditatiepunten toegekend voor het voorzitten van een sessie bij een nascholingsactiviteit of voor het organiseren van een nascholingsactiviteit. Verder worden er ook geen accreditatiepunten toegekend voor een diagnostisch toets overleg (DTO) of een multidisciplinair overleg.
Richtlijn voor punten toekenning van standaard activiteiten
Nascholingsbijeenkomsten binnenland
NB Programma noodzakelijk om te kunnen beoordelen!
NB Onderstaande geldt voor fysieke en online bijeenkomsten
- 1 klokuur ‘daadwerkelijke teaching’ is 1 accreditatiepunt.
- Maximaal 6 punten per dag, 3 punten per dagdeel.
- Maximaal 24 punten per meerdaagse bijeenkomsten of cursussen
- Workshop bij een congres apart aanbieden (extra punten) – let op bewijs van aanwezigheid
Nascholingsbijeenkomsten buitenland
NB Programma noodzakelijk om te kunnen beoordelen!
NB Onderstaande geldt voor fysieke en online bijeenkomsten
- 1 klokuur ‘daadwerkelijke teaching’ is 1 accreditatiepunt.
- Maximaal 6 punten per dag, 3 punten per dagdeel.
- Maximaal 24 punten per meerdaagse bijeenkomst of cursussen
- Workshop bij een congres apart aanbieden (extra punten)
Refereerbijeenkomsten (geen colloquiareeksen)
NB Onderstaande geldt voor fysieke en online bijeenkomsten
- 1 klokuur is een accreditatiepunt.
- Maximaal 3 punten per bijeenkomst.
Refereren in de eigen vakgroep (colloquiareeksen)
Voor colloquiareeksen kan een maximum van 10 punten per jaar worden verkregen. Dit geldt voor fysieke en online bijeenkomsten.
Ledenvergadering Wetenschappelijke Vereniging
NB Onderstaande geldt voor fysieke en online bijeenkomsten
- Uitsluitend het wetenschappelijk gedeelte kan worden geaccrediteerd.
- 1 klokuur is 1 accreditatiepunt.
- Maximaal 6 punten per dag, 3 punten per dagdeel.
E-learning
- 1 klokuur is 1 accreditatiepunt.
- Maximum van 24 punten voor een meerdaagse E-learning
- De aanbieder van de E-learning is verantwoordelijk voor het invoeren in GAIA.
Auteurschap
De publicatie betreft een compleet artikel, d.w.z. dat het artikel tenminste is opgebouwd uit de volgende onderdelen: inleiding, methode, resultaten, conclusies/beschouwing (onderdelen wel, maar specifieke headings niet noodzakelijk). Voor overige publicaties (bijv. reviews, short communications, case reports etc.) is het op basis van de wetenschappelijke inhoud of de nascholingspunten worden toegekend. Het artikel wordt uitsluitend geaccrediteerd als het is gepubliceerd in een tijdschrift dat voorkomt op de tijdschriftenlijst van de US national Library of Medicine (PubMed) of indien het een hoofdartikel voor het Nederlands Tijdschrift voor
Medische Microbiologie betreft. Aan de auteurs worden forfaitair punten toegekend: eerste auteur 10 punten, tweede auteur 5 punten en verdere auteurs 2 punten. Auteurschap dient een individueel auteurschap te betreffen, auteurschappen als deelnemer van een (grote) studiegroep, bv de ‘Nederlandse MRSA surveillance studiegroep’ of ‘ATHENA observationeel HIV cohort’, worden niet gewaardeerd met nascholingspunten.
Voor het reviewen van een artikel worden geen accreditatiepunten toegekend.
Voor het toevoegen aan het GAIA dossier zie: Overige individuele deskundigheidsbevordering. Als bewijs dient een electronische scan van de tijdschriftenpagina’s met het betreffende artikel, waaruit blijkt wanneer en in welk tijdschrift het artikel (mede) is gepubliceerd. Tevens dient uit de gescande tijschriftpagina’s te blijken op hoeveel accreditatiepunten de arts recht heeft.
Posters en presentaties
zie “posters en presentaties” onder hoofdstuk “overige individuele deskundigheidsbevordering”.
Deelname aan richtlijnencommissie
Deelname aan een richtlijnencommissie levert 10 punten op. Dit kan maximaal één keer per 5 jaar voor dezelfde richtlijnencommissie. Deelname aan een permanente Richtlijnontwikkeling levert voor het bestuur 5 punten per jaar op.
Voor het toevoegen aan het GAIA dossier zie: Overige individuele deskundigheidsbevordering.
Eigen promotie
Een promotie betreft de CanMeds-competentie “kennis en wetenschap”. De arts ontvangt 40 punten na afronding van de promotie ongeacht het onderwerp.
NB: Voor het (aantoonbaar) lezen van vakliteratuur of informatiebronnen zoals UpToDate worden geen nascholingspunten toegekend.
Enkele belangrijke begrippen
GAIA
De NVMM maakt vanaf 1 mei 2007 gebruik van GAIA. Dit betekent dat aanbieders van bij- en nascholing per 1 mei 2007 alleen nog maar accreditatieaanvragen in kunnen dienen via dit systeem. Op de NVMM-website kunt u meer informatie over dit onderwerp vinden (Accreditatie via GAIA).
Certificaten
Certificaten van congressen en andere vormen van nascholing zijn belangrijk als u:
- zelf nascholing aan uw dossier wilt toevoegen (bij voorkeur een certificaat met CME credits aanleveren)
- nog niet door de NVMM geaccrediteerde nascholing heeft gevolgd
- niet met GAIA wilt werken
Indien u geen certificaat heeft kunnen krijgen volstaat het insturen van een kopie van uw deelnemersbadge. Voor nascholingsactiviteiten die via GAIA vooraf zijn geaccrediteerd hoeft u in principe geen certificaten te bewaren aangezien de aanbieder van de nascholing de accreditatie-uren in het dossier van de arts zal bijschrijven.
CME (Continuing Medical Education) credits
CME credits zijn internationale accreditatiepunten die bij sommige congressen worden afgegeven, en zijn toegekend door de EACCME (European Accreditation Council for Continuing Medical Education) die bestuurd wordt door de UEMS (zie ook www.uems.eu). De Commissie Nascholing beoordeelt het aantal gegeven CME punten voor een nascholingsactiviteit. Wanneer er discrepantie is tussen het aantal CME punten en het aantal accreditatie punten volgens het NVMM accreditatie regelement, dan wordt het regelement aangehouden bij het toekennen van punten.
Harmonisatie beoordeling accreditatie nascholing
Door de 3 clusters binnen de KNMG (cluster 1: huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en AVG; cluster 2: medisch specialisten; cluster 3: sociaal geneeskundigen) is een richtlijn opgesteld betreffende de puntentoekenning bij de accreditatie van nascholing. De NVMM volgt deze richtlijn nauwkeurig.