Vraag 1
Bij een nieuwe patiënt op de hiv-poli worden de volgende mutaties in het RT-gen gevonden in de baseline resistentiebepaling: 41L, 181C, 210W, 215D. In de protease- en integrasegenen worden geen resistentiemutaties gevonden.

Welke therapie is nu aangewezen?

  1. Combivir (= lamivudine + zidovudine) + darunavir + ritonavir
  2. Eviplera (= emtricitabine + rilpivirine + tenofovir)
  3. Rezolstra (= darunavir + cobicistat) + dolutegravir
  4. Genvoya (= elvitegravir + cobicistat + emtricitabine + tenofovir-alafenamide

 

 

 

 

 

 

Vraag 2
Een CMV-infectie kan behandeld worden met (val)ganciclovir, cidofovir, foscarnet en brincidofovir.

Door mutaties in het virale fosfokinase (CMV-UL97) kan CMV resistent worden tegen:

  1. (Val)ganciclovir
  2. Cidofovir
  3. Foscarnet
  4. Brincidofovir

Voor de antwoorden en de bespreking, zie Antwoorden op pagina 71.