Gijs Ruijs, arts-microbioloog bij de Isalaklinieken in Zwolle, wist dat hij was voorgedragen voor het erelidmaatschap van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM). Dus een verrassing was het niet toen het op 22 november jl. officieel bekend werd gemaakt. ‘Maar dat maakt het niet minder bijzonder’, zegt Gijs. ‘Het is de hoogste erkenning die je van je vakgenoten kunt krijgen in een vereniging.’

De reden voor zijn voordracht is dat hij naast zijn werk als arts-microbioloog veel bestuurlijke werkzaamheden heeft gedaan en verschillende initiatieven nam die het vak van arts-microbioloog in Nederland op een hoger plan tilden. Ook zocht hij de samenwerking met collega’s in Europa. ‘Ik doe het natuurlijk allemaal nooit alleen’, benadrukt Gijs. ‘De steun van mijn collega’s in de vakgroep is onmisbaar. Zij geven mij alle kansen om dit bestuurswerk te doen. En ook in het NVMM doe je het niet alleen. Samenwerken is juist de sleutel tot succes.’

Beroepsprofiel
Belangrijk voor de ontwikkeling van het vak van arts-microbioloog was het opstellen van het Beroepsprofiel. ‘Dat was eind jaren tachtig begin jaren negentig’, herinnert Gijs zich. ‘Ons specialisme bestond al langer, maar wat hield ons vak echt in? Wat verwachtten wij van iemand die arts-microbioloog is? Wat konden wij van iemand vragen? Er was behoefte aan een scherpere omlijning van het vak. En dat werd het beroepsprofiel voor artsen-microbioloog dat ik heb geïnitieerd en opgesteld. Het zijn eigenlijk de tien geboden van het vak. Wanneer er in ons laboratorium of in dat van collega’s een visitatie is, wordt dit beroepsprofiel gebruikt als checklist. Maar ook in de opleiding natuurlijk, zelfs buiten Nederland!’

Kwaliteit
Het opstellen van het beroepsprofiel voor artsen-microbioloog was belangrijk voor de kwaliteit van het specialisme. Ook belangrijk voor de kwaliteit was de oprichting van de Stichting Kwaliteit van Medisch Laboratoriumonderzoek (SKML). ‘Deze stichting heb ik mede opgezet’, vertelt Gijs. De stichting stuurt patiëntmonsters naar de laboratoria en zij doen dan de diagnostiek. Het SKML controleert of het laboratorium de juiste uitkomsten van diagnostiek behaalt.’

Resistentie
Een aantal jaar was Gijs bestuurslid van de ISIS-AR (Infectieziekten Surveillance Informatie Systeem-Antibiotica Resistentie) stuurgroep. De belangrijkste doelstelling van ISIS-AR, dat ondergebracht is bij het RIVM te Bilthoven, is inzicht krijgen in hoeverre resistente bacteriën in Nederland aanwezig zijn en hoe dit in de tijd verandert. Gijs: ‘Vrijwel alle medisch microbiologische laboratoria zijn hierbij aangesloten en sturen de resultaten van hun resistentiebepalingen via internet naar ISIS-AR. Het resistentiepercentage is mondiaal inderdaad enorm toegenomen. Maar door dit soort gegevens te verzamelen, door niet onnodig antibiotica voor te schrijven, snelle diagnostiek en alert te zijn op patiënten uit ziekenhuizen uit andere landen, hebben wij in Nederland niet veel problemen en is het goed geregeld.’

Samenwerken
Ook ziet Gijs het belang van internationale samenwerking. ‘Ik stond aan de wieg van de Europese arts-assistenten vereniging, de Trainee Association, binnen de European Society of Clinical Microbiology and Infectious Diseases (ESCMID). In ons vak is samenwerken over de grenzen enorm belangrijk. Micro-organismen stoppen immers niet bij de grens. Met kennis en kunde kun je de uitdagingen van deze tijd in toom houden.’ Een tweede internationale activiteit was prof. John Degener assisteren bij het oprichten van de sectie Medische Microbiologie bij de Union Européenne des Médecins Spécialistes (UEMS), de Europese vereniging van medisch specialisten. Gijs: ‘Tot dan toe maakte de medische microbiologie deel uit van een sectie waarin ook andere specialismen zaten, waardoor de medische microbiologie niet goed uit de verf kon komen. Met de sectie Medische Microbiologie was het onder andere mogelijk om een Europees opleidingscurriculum te creëren.’

Voorzitterschap
Daarnaast was Gijs vijf jaar lang voorzitter van de NVMM. Een periode waarin de vereniging zich verder ontwikkelde doordat nieuwe groepen academici, die zich in het bijzonder met infectieziekten bij de mens bezig hielden, aansloten. Gijs: ‘In die periode is ook een apart register binnen de NVMM ingesteld voor moleculair biologen ofwel DNA-onderzoekers in de klinische medische microbiologie, de zogenaamde Medisch Moleculair Microbiologen (MMM-ers).’

Werkgroep Infectiepreventie
Dan zijn er nog de werkzaamheden als voorzitter van het bestuur van de Werkgroep Infectiepreventie. (WIP), Gijs: ‘Een icoon in de zorg. Maar tot mijn ontzetting bleek mijn voorzitterschap neer te komen op een vorm van “stervensbegeleiding”. Wij hebben veel kansen niet benut.’

Hoog niveau
Er is enorm veel veranderd in de veertig jaar dat Gijs in het vak zit. ‘Er kwamen vele infectieziekten bij, denk aan HIV in de jaren tachtig en actueler de ebola in Afrika. Wij ontdekten dat een maagzweer niet van stress komt maar wordt veroorzaakt door een bacterie. En wij maken inmiddels volop gebruik van DNA-technieken voor onze diagnostiek. Vaak hebben mensen geen idee wat wij doen omdat wij geen poortspecialisme zijn. Maar ik durf te zeggen dat het vak van arts-microbioloog in Nederland op een zeer hoog niveau staat. En dat is zeker te danken aan goede opleidingen, een sterke vakvereniging en samenwerken met andere landen in Europa.